2.2 State of the art

In het werkveld van visie en verbeelding onderscheiden we ruwweg drie clusters van methoden: foresight & imagination, shared vision development en pathways.

Foresight & imagination Met foresight, in het Nederlands meestal vertaald als verkenningen, bedoelen we de methoden die tot doel hebben de, zich autonoom ontwikkelende toekomst en omgeving in kaart te brengen, te analyseren, en te begrijpen. Er zijn verschillende vormen van verkenningen.

Verkenningen van de toekomst, ook wel toekomststudies of futurologie genoemd, zijn de studies die trachten te begrijpen ‘wat waarschijnlijk zal voortduren en wat aannemelijk kan veranderen’. Een deel van deze discipline streeft naar een systematisch en op patronen gebaseerd begrip van heden en verleden en naar het bepalen van de waarschijnlijkheid van toekomstige gebeurtenissen en trends. Eén van de vroege denkers was bijvoorbeeld H.G. Wells (1901), die aan het begin van de 20e eeuw o.a. de atoombom voorspelde. Of Rachel Carson die met The Silent Spring (1962) de milieubeweging op gang bracht. Scenario-analyse (o.a. Kahn, 1965; Wack, 1985), trendanalyse en delphi kunnen ook tot deze groep worden gerekend. Voorts kunnen verkenningen zich op alle mogelijke meer specifieke terreinen richten zoals technologieverkenningen (Jansen, 1994) en -leercurves, markt- of economische verkenningen of omgevings- of landschapsverkenningen. Hoewel verkenningen door de grotere beschikbaarheid van data steeds rijker en uitputtender worden, blijft de kernuitdaging hoe wordt omgegaan met onzekerheden die de toekomst per definitie kent.

Imagination, of verbeeldingskracht, is het vermogen om mentale beelden, ideeën en/of gevoelens op te roepen, zonder dat men deze zintuiglijk waarneemt (Szczelkun, 2018). Verbeeldingskracht creëert ruimte om de werkelijkheid te interpreteren en op zoek te gaan naar nieuwe vormen van kijken en denken. De verbeelding is de basis voor inspiratie en nieuwe ideeën en speelt een belangrijke rol in het leervermogen van de mens (Hajer, 2017).

Verbeeldingskracht kan op die manier dus worden gezien als een belangrijke basis voor innovatie en ontwikkeling.

Bekende methoden om verbeeldingskracht te mobiliseren zijn scenariodenken, visualisaties en het vertellen van verhalen (storytelling), maar ook films (science fiction) en de kunsten in brede zin geven vorm en inhoud aan verbeelding.

Shared vision development Dit zijn methoden die tot doel hebben een perspectief te ontwikkelen van een wenselijke toekomst en daarbij tot visies te komen die gedragen worden door actoren. Het gaat om wenselijke visies op bijvoorbeeld nieuwe producten en diensten, technologie of op specifieke maatschappelijke vraagstukken. Het ontwikkelen van wenselijke visies impliceert dat er subjectieve, morele en ook politiek geladen aspecten in het geding zijn. Weerstand tegen een bepaalde innovatiestrategie of de mate van politisering hangt vaak ook samen met het feit dat innovaties in uiteenlopende gevallen ook politieke interventies zijn, die leefwerelden van mensen zullen beïnvloeden. Een goed voorbeeld hiervan is het Missie en Man on the Moon-denken, o.a. geagendeerd door Marianne Mazzucato (2013).

De methoden in deze categorie helpen enerzijds om op effectieve manieren lading te geven aan de wenselijke visies. Op (product-)design gebied zijn dat Design Fiction (speculatief ontwerp), Technologie Piramide, Beelddenken, Frame Innovation (Dorst, 2015) en Vision in Design (Hekkert & van Dijk, 2011). Anderzijds ondersteunen deze aanpakken ook bij het ontwikkelen van draagvlak voor visies, zoals geldt voor Co-design, Design for Debate, Critical Design, Future Labs / Experience Labs en World Student Challenges. Van de laatste is de Hyperloop een mooi voorbeeld.

Pathways (Ex ante) Impact pathways brengen in kaart op welke wijze en via welke mechanismen en actoren impact tot stand komt. Met andere woorden, ze ondersteunen niet zozeer het vaststellen van de missie/visie, maar het uitstippelen van de weg ernaartoe. In de ex ante manier om impact in kaart te brengen speelt het begrip theory of change een belangrijke rol. KNAW (2018) omschrijft theory of change als: “…een causaal raamwerk waarin in een specifieke context inzichtelijk wordt gemaakt hoe en waarom een veranderingsproces plaats zal gaan vinden en hoe de stappen samenhangen. Het vertrekpunt van de theory of change is niet de output van een onderzoeksproject maar de beoogde maatschappelijke impact of eventueel de outcome. Hiertoe worden concrete doelen geformuleerd en de aannames hierachter expliciet gemaakt. Vervolgens wordt geanalyseerd welke activiteiten nodig zijn om deze impact te bereiken en aan welke voorwaarden op een bepaald moment moet zijn voldaan.” Op basis hiervan kan ook bepaald worden welke stakeholders betrokken moeten worden – een aanpak die verder is uitgewerkt in de Participatory Impact Pathway Analysis (Blokdyk, 2019).

Bekende methoden voor het ontwikkelen van pathways zijn Backcasting (Robinson, 1982), forecasting, roadmapping en meer specifiek Technology roadmapping (Hasberg et al., 2012). Kenmerkende onderdelen van de aanpak van Missiegedreven Innovatiebeleid (Goetheer et al., 2018) en Transitiemanagement (Loorbach, 2007) kunnen ook tot de groep pathways worden gerekend.

Last updated