Ter illustratie: Een transitie naar CO2-neutrale mobiliteit vraagt veranderingen van mensen in hun dagelijks leven (oftewel op microniveau, e.g., andere keuzes in vervoersmiddelen, andere tijdsplanning, andere weekenduitjes, etc.), van organisaties (oftewel op mesoniveau, e.g., Shell zal een ander businessmodel moeten omarmen, autofabrikanten moeten aanpassingen maken, energieleveranciers moeten zich op andere markten begeven, etc.), en op nationaal en internationaal niveau (oftewel op macroniveau, e.g., de infrastructuur van laadpalen moet opgebouwd worden, wetgeving moet CO2-uitstoot terugdringen, etc.). Dat kan betekenen dat de systemische voorwaarden voor een interventie om effectief te zijn worden beschouwd (e.g., laadpaal infrastructuur is voorwaardelijk voor adoptie van elektrische voertuigen); dat systeemeffecten van de interventie worden geanticipeerd (e.g., toename in verkoop van elektrische voertuigen zal effect hebben op de winstcijfers van Shell, wat lobby op politiek niveau zal intensiveren); of dat het systemische interventies betreft (e.g., diensten rondom elektrisch rijden die gebruik maken van netwerken).