2.3 Uitdagingen en onderzoeksvragen

Zoals in de inleiding geschetst, markeert het Missiegedreven innovatiebeleid een omslag in het denken over innovatiebeleid van generiek (“laat duizend bloemen bloeien”) naar specifiek beleid (doelgericht, missiegedreven), en is dit is voor alle betrokken actoren een nieuwe uitdagende opgave. Dit nieuwe beleid vergt o.a. een vernieuwde of hernieuwde inzet van methoden voor visie en verbeelding. Juist die kunnen bij dit visionaire beleid een belangrijke rol spelen. Tegelijkertijd kan deze omslag ook een aanjager zijn voor wetenschappelijke vernieuwing van deze methoden en hun fundamenten.

Foresight & Imagination Met betrekking tot methoden voor foresight & imagination is een vraag wat een verbeelding van of visie voor de toekomst precies is. Hoe is het vormgegeven? En kunnen we iets zeggen over de kwaliteit?

Hebben we inmiddels (bijvoorbeeld dankzij internet en kunstmatige intelligentie) niet meer en andere middelen tot onze beschikking om verkenningen te doen? En zijn we sneller in staat te zien waar het naartoe gaat?

Toekomstvisies komen in veel gevallen voort uit uiteenlopende vormen van verkenningen.

Is er een relatie tussen de kwaliteit van de verkenning en de toekomstvisie? Is het bijvoorbeeld een mix van fact-based analyses en aansprekende beelden? Wanneer spreekt het tot de verbeelding, wanneer mobiliseert het een visie? In hoeverre spelen artistieke aspecten een rol? Is dat afhankelijk van doelgroepen?

En: waarom zijn bepaalde visies op de toekomst dominant? Is dat terug te leiden op specifieke basiskenmerken?

Ook liggen er kansen om een betere koppeling te leggen tussen foresight en innovatiesystemen. Bijvoorbeeld door foresight-methodieken te ontwikkelen die de koppeling maken tussen de organisatorische korte termijn (exploitation) en lange termijn (exploration). Last but not least: we zien het streven naar paradigma-shifts als een fundamentele en uitdagende ambitie. Het onderkennen van een echte paradigma verandering vraagt diepte analyses en conceptueel denken, en niet zozeer een speculatie op de toekomst (dus filosofie, meer dan Star Trek). De eerder genoemde H.G Wells bevestigt dit ook. Hij was een krachtig en onbevreesd conceptueel denker. Zijn toekomstvisies zijn zo anders omdat ze in zulk diep begrip geankerd zijn. Paradigma-shifts zijn geen doel op zich, maar raken wel in de kern wat we met visie en verbeelding proberen na te streven: een uitdagende nieuwe kijk op de wereld en de toekomst.

Shared Vision Development Hoe herkennen we wenselijke visies, wat impliceert dat er subjectieve, ethische, morele en ook politiek geladen aspecten in het geding zijn? En hoe gaan we hiermee om? Hoe draagt een wenselijke visie (bijvoorbeeld een missie) bij aan waardevolle maatschappelijke veranderingsprocessen? En door wie, en hoe wordt bepaald wat waardevol is? Een gerelateerde vraag is hoe visie en verbeelding ingebed raken in de samenleving. Meer specifiek gericht op het missiegedreven innovatiebeleid: hoe kunnen missies tot stand worden gebracht waar breed draagvlak voor is in de samenleving? Hoe kunnen op visie en verbeelding geënte methoden de samenleving betrekken bij de ontwikkeling van missies?

Pathways Hoe kunnen toekomstbeelden daadwerkelijk worden gekoppeld aan besluitvorming? Welke organisatorische en institutionele factoren spelen daarbij een rol? Hoe kun je methodieken voor visie en verbeelding toespitsen op specifieke vormen of momenten van besluitvorming? Wie heeft de macht om visies te creëren en in te bedden? Dit raakt de vraag wie keuzes maakt in het missiegedreven innovatiebeleid en hoe deze tot stand komen. Hoe kunnen visies ondersteunen dat strategische keuzes op nationaal, regionaal en Europees niveau, sneller en effectiever worden gemaakt, gegeven de onderlinge verwevenheid?

Onderzoeksuitdagingen over de clusters van methoden heen De ambitie is om een betere verbinding te leggen tussen het onderzoek naar, en de toepassing van KEM’s voor visie en verbeelding en het Missiegedreven Innovatiebeleid. Dat vergt een interactie tussen de trekkers van missies en van het missiegedreven innovatiebeleid (“wat voegt het toe aan wat ik al doe?”) en de aanbieders van methoden (“welke vragen leven er die mogelijk effectiever kunnen worden ondersteund?”). Hieronder wordt een voorstel gedaan om dit inhoudelijk vorm te geven.

Context-specifiek onderzoek naar, en toepassing van KEM's voor visie en verbeelding Er liggen kansen om in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid meer context-specifiek interpretatief onderzoek te doen. Het adresseren van visies voor de Energietransitie vergt een heel andere aanpak dan die voor de ontwikkeling en opschaling van het Quantum internet. Op het ene gebied zijn bijvoorbeeld de oplossingen redelijk tastbaar en te verbeelden, terwijl deze op het andere gebied vrijwel ongrijpbaar zijn. Er zijn grote verschillen tussen de actorenvelden en hoe die in beweging komen. Het zorgvuldig aansluiten bij en inspelen op deze contexten is dus van primair belang.

Context-specifiek onderzoek voor bijvoorbeeld (ruimtelijke) inrichtingsvraagstukken kan worden uitgevoerd door co-design van onderzoeksvragen met burgers in combinatie met analyses van de processen waarmee visies zich verspreiden door de samenleving. Bijvoorbeeld door het opzetten van een analytisch framework om vragen te kunnen beantwoorden omtrent techniques of futuring, de sociale praktijken die mensen samenbrengen en oriënteren richting bepaalde visies en toekomstgerichte handelingen.

Cross- en transdisciplinair onderzoek naar, en toepassing van KEM’s voor visie en verbeelding Ook zijn er kansen om activiteiten op het gebied van visie en verbeelding, die nu al impliciet of expliciet plaatsvinden in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid, beter met elkaar te verbinden. KEM’s voor visie en verbeelding worden vanuit zeer uiteenlopende disciplines onderzocht en toegepast. Er zijn kansen om deze discipline-specifieke methoden toe te passen op andere disciplines en innovatiegebieden (cross-disciplinair). Bijvoorbeeld (product-) ontwerpmethoden als contextmapping en systems-mapping die breder ingezet zouden kunnen worden op de complexe maatschappelijke vraagstukken van het missiegedreven innovatiebeleid.

Ook liggen er kansen om transdisciplinair onderzoek in de samenwerking vanuit verschillende disciplines te intensiveren. Bijvoorbeeld door de koppeling te maken van ontwerpmethoden met methoden uit het interventie-onderzoek (change management). Of interdisciplinaire methoden waarin kunst, wetenschap en technologie samenkomen.

Over het algemeen leeft het idee een transdisciplinaire taal en methodiek voor visie en verbeelding te ontwikkelen die tegelijkertijd een brug slaat tussen macro en micro perspectieven en uiteenlopende toepassingsgebieden. Dit kan resulteren in een gezamenlijk (transdisciplinair) gedachtegoed en het bij elkaar brengen van visie-ontwikkelaars uit verschillende gebieden. Wat op zichzelf een impuls kan geven aan de ontwikkeling van geheel nieuwe innovatie-praktijken die het missiegedreven innovatiebeleid verder versterken.

Nieuwe tools voor visie en verbeelding De tool- en methodiekontwikkeling van KEM’s voor visie en verbeelding kent ook nog een ‘harde’ of - anders gezegd - een praktische kant waarop veel vernieuwing mogelijk en nodig is. Tot nu toe is het missiegedreven innovatiebeleid weinig zichtbaar in het brede publieke domein. Het vergroten van de aandacht en het maatschappelijk draagvlak voor missiegedreven innovatiebeleid vergt bijvoorbeeld bewuste en gerichte inzet van nieuwe digitale technologie en social-media.

Nieuwe tools en methoden om te communiceren en actoren te betrekken kunnen hierbij van doorslaggevende betekenis zijn.

Verbindingen met andere KEM-categorieën De KEM’s voor visie en verbeelding hebben raakvlakken met de KEM-categorieën die in de andere hoofdstukken worden beschreven. Het komen tot een optimale synergie tussen de KEM-categorieën is een uitdaging op zichzelf, zowel bij de ontwikkeling van KEM’s als bij en de toepassing ervan in praktijksituaties. Zo is er bijvoorbeeld een duidelijke relatie tussen de hierboven beschreven aanpakken voor shared vision development en KEM’s voor participatie en co-creatie in Hoofdstuk 3. De framing van een gezamenlijke innovatieopgave kan worden gestart met gezamenlijke visieontwikkeling, om die vervolgens in co-creatieprocessen verder te ontwikkelen. Op eenzelfde manier kunnen visie en verbeelding de eerste aanzet zijn voor gedragsveranderings- en empowerment processen (Hoofdstuk 4). In Experimentele omgevingen (Hoofdstuk 5) kunnen heel gericht visionaire concepten worden ontwikkeld en getest. Daarnaast is de mogelijkheid om met KEM’s voor monitoring en effectmeting (Hoofdstuk 9) ook de daadwerkelijke impact van visies in de praktijk (wetenschappelijk) te kunnen valideren een uitdagend perspectief.

Waar mogelijk verdient het de aanbeveling om dit soort interacties tussen KEM-categorieën bij de ontwikkeling en uitvoering van KEM’s voor visie en verbeelding na te streven.

Last updated