Behoefte aan nieuwe methoden
De institutionele omgeving waarbinnen transities plaatsvinden is steeds diverser en dynamischer geworden. Hierbij kunnen nieuwe en experimentele methoden helpen om te leren van institutionele verandering, zoals living labs die nieuwe inzichten verkrijgen in de microprocessen van verandering. Nieuwe methoden kunnen verder bouwen op de eerder genoemde methoden, zoals incrementele verandering, institutional logics en comparatieve methoden. Dit kan leiden tot nieuwe inzichten in de institutionele mechanismen die de effectiviteit en levensduur van transities bepalen. Bijvoorbeeld, wat kan ertoe leiden dat bestaande machtsstructuren, die een belang hebben bij het behoud van de status quo, worden doorbroken? Of begrijpen waarom vele pogingen tot gewenste maatschappelijke verandering stuklopen en slechts enkelen succesvol zijn. Dat betekent dat we ook onderscheid moeten maken tussen aspecten van instituties die veranderbaar en onderhandelbaar zijn, onder welke condities, hoe, en door wie? Een belangrijk aspect daarin is de tijdsfactor, wat vraagt om methoden die verder gaan dan een momentopname en de mogelijkheid bieden om langere tijd te observeren en monitoren. Tegelijk kunnen historische inzichten helpen door inzicht te geven in hoe actuele maatschappelijke vraagstukken in het verleden zijn opgelost. Innovatie is immers iets van alle tijden.