1.2 Sleutelmethodologieën of KEM's

Voor het ontwikkelen van interventies, systemen of instituties die het proces van sociaal-maatschappelijke verandering vormgeven, gebruiken we ‘instrumenten’ die richting en structuur geven aan de manier van werken. Deze toolbox, of instrumentarium, bestaande uit methoden, modellen, strategieën, processen en tools duiden we, naar analogie met de sleuteltechnologieën, aan als sleutelmethodologieën (of Key Enabling Methodologies, KEM’s). Het gaat hierbij onder meer om manieren van (samen)werken, problemen het hoofd bieden en interventies creëren; instrumenten waarmee ‘verander’-professionals, zoals ontwerpers, beleidsmakers of bestuurders, in staat zijn hun werk te structureren, richting te geven en impact te realiseren.

Twee voorbeelden van KEM’s die de aard en toepassing van KEM’s duidelijk maken:

Behaviour Change Wheel (Michie, Atkins, & West, 2014): een model waarin meerdere gedragsveranderingstheorieën zijn samengebracht, en waarmee je vruchtbare strategieën voor de ontwikkeling van interventies en beleid voor gedragsverandering kunt ontdekken door te spelen met de dimensies van het wiel (zie Hoofdstuk 4).

Digital Twins (El Saddik, 2018): een methode waarbij een digitale replica van een fysieke entiteit naast en in nauw contact met het bronobject bestaat, wat het nauwkeurig monitoren en testen van effecten in de fysieke wereld mogelijk maakt (zie Hoofdstuk 5).

KEM's zijn enabling en bieden dus een werkingsprincipe voor een integrerende, veranderingsgerichte en ontwerpende aanpak.

Ze zijn instrumenteel en onmisbaar bij het vaststellen van de gewenste verandering – of in ieder geval de richting van de gewenste verandering – en het tot stand brengen van die maatschappelijke verandering op het niveau van interventies, systemen en instituties.

KEM's dragen bij aan de integratie van kennis uit de sociale- en geesteswetenschappen (bijvoorbeeld kennis over motivatie, gedrag, ethiek of organisaties) met de kansen die technologische ontwikkelingen ons bieden. Zo ondersteunen ze de ontwikkeling van zinvolle toepassingen en betekenisvolle interventies.[1] KEM’s beantwoorden daarmee vragen als: hoe kunnen interventies inspelen op de verbanden die sociaal-wetenschappelijke theorieën blootleggen? Hoe kunnen interventies ingrijpen in die beschreven werkelijkheid om mensen enthousiast te maken, te betrekken, te empoweren, of hun gedrag te beïnvloeden? Hoe kan ingegrepen worden in een systeem om een gewenste verandering teweeg te brengen?

Zoals bovenstaande figuur illustreert, zijn KEM’s faciliterend (enabling) bij de verbinding tussen technologie en maatschappij. KEM’s kunnen worden ingezet om een technologie te laten slagen in een maatschappelijke context, maar kunnen ook direct worden toegepast om dat maatschappelijke doel te realiseren, al dan niet met gebruik van (nieuwe) technologie. KEM’s kunnen zo dus helpen bij de succesvolle toepassing van technologie alsmede richting geven aan de ontwikkeling ervan.

Alhoewel KEM’s veelal worden ontwikkeld aan kennisinstellingen, vinden ze hun toepassing in de praktijk regelmatig op een manier die afwijkt van de voorgeschreven wijze. Zo worden in diezelfde praktijk varianten van bestaande en gevalideerde KEM’s ontwikkeld en ontstaan daaruit soms compleet nieuwe instrumenten.

De aard van KEM’s kan sterk verschillen. Sommige KEM's zijn generiek van aard en leiden – mits goed toegepast – direct tot nieuwe concepten, interventies of institutionele veranderingen. Andere KEM's geven richting en invulling aan een enkel en specifiek aspect van de interventie. Weer andere KEM’s zijn meer voorwaardelijk van aard en leveren stappen in het proces (bijvoorbeeld technieken voor visieontwikkeling, methoden om eindgebruikers te betrekken). KEM's kunnen dan ook op verschillende momenten en voor verschillende doelen in het innovatieproces worden ingezet.

Uiteraard speelt bij het adequaat inzetten van KEM’s ook de gebruiker van de methode of het proces een grote rol. Naast kennis over de werkwijze van een KEM en het vermogen de juiste KEM bij een vraagstuk te selecteren, zijn competenties en vaardigheden noodzakelijk om de gekozen KEM succesvol toe te passen. Goed gebruik van een KEM vraagt om de juiste skills en mindset, reflectie- en aanpassingsvermogen en vertrouwen. Dit betreft veelal tacit knowledge die een professional in de vingers krijgt door scholing en ervaring. Het veelvuldig uitproberen en oefenen met diverse methoden in even zo diverse vraagstukken en contexten zorgt voor de ontwikkeling van fingerspitzengefühl over wanneer welke methode – of combinatie van methoden – tot succesvolle resultaten leidt, en over hoe een methode te kneden voor de specifieke situatie. Ten slotte vraagt de inzet van KEM’s vaak om samenwerking tussen verschillende partijen, om multidisciplinair denken en handelen. Ook dit brengt specifieke competenties met zich mee.

Om de rol van KEM’s in transitieprojecten te illustreren, geven we hieronder een korte beschrijving van drie recente projecten waarin verschillende KEM’s worden toegepast:

Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een nationaal programma waarin de Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen op een vernieuwende manier samenwerken met maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, burgers en het bedrijfsleven. Het doel is om Nederland ook voor de volgende generaties te beschermen tegen hoogwater, te zorgen voor voldoende zoetwater en ons land zo in te richten dat het klimaatbestendig en waterrobuust wordt. In het Deltaprogramma is een adaptieve monitoring en effectmetingmethode (MWH, ‘meten, weten, handelen’) ontwikkeld. Daarnaast worden methoden voor co-creatie met en participatie van burgers ingezet in experimentele omgevingen als living labs.

Redesigning Psychiatry Redesigning Psychiatry is een netwerk van ontwerpers, filosofen, onderzoekers, zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen die samen een gewenst ontwerp maken van de toekomstige GGZ. De activiteiten van het Redesigning Psychiatry programma zijn geclusterd rondom de drie sporen innovatie, beweging (zoals opleidingen, trainingen en workshops) en onderzoek. Hierbij wordt onder meer gekeken naar crossovers met andere sectoren en andere vormen van financiering. Voor de totstandkoming van het ontwerp is gebruik gemaakt van een visiegedreven ontwerpaanpak in combinatie met methoden voor systeemverandering. Met dat ontwerp wil het netwerk de transitie aanjagen naar een betrouwbaar, toegankelijk en flexibel geestelijk gezondheidszorgnetwerk. [1]

Nieuwe perspectieven op landbouw en natuur In het verlengde van de stikstofcrisis is een doorbraak nodig om de terugkerende spanning tussen natuur en landbouw het hoofd te bieden. Een team met specialisten op het (grens-)vlak van ontwerp en organisatiewetenschap werkt samen met agrarisch ondernemers, natuurbeheerders- en beschermers en beleidsmakers aan nieuwe perspectieven. Deze nieuwe perspectieven moeten bijdragen aan een systeemverandering waarin vitale ecosystemen, ondernemingen en gebieden hand in hand gaan. Belangrijk daarbij is dat de overheid middels nieuw beleid nadrukkelijk onderdeel is van zowel het vraagstuk als de oplossing. Dit is geen sinecure: politieke en maatschappelijke consensus ontbreekt en er is tevens geen consensus over de onderliggende wetenschappelijke kennis. Door middel van experimenten zal in co-creatie worden gewerkt aan nieuwe waarden die het hele probleemveld in beweging brengen.

[1] In een overleg met de minister van OCW en vertegenwoordigers van de topsectoren en Sociale en Geesteswetenschappen (dd 17-10-2019) is afgesproken dat de topsectoren zich zullen inspannen om de SGW-wetenschap nadrukkelijk te betrekken bij hun KIA’s binnen het Missiegedreven Innovatiebeleid. Voor deze KEM-agenda vraagt dat om een brede uitwerking van het concept van KEM's die recht doet aan alle vormen van sociaal-maatschappelijke innovatie.

Last updated