1.3 Categorieën van KEM's

In deze agenda presenteren we acht categorieën van KEM’s die onmisbaar zijn in de context van de aanpak van maatschappelijke uitdagingen en het vormgeven van transities. Iedere categorie representeert een verzameling methoden, processen en strategieën die verwant zijn door het doel waarmee ze worden ingezet. Zo staat de categorie ‘Gedrag en empowerment’ voor al die methoden en strategieën die kunnen worden toegepast om een interventie te ontwikkelen waarmee (gewenst) gedrag kan worden beïnvloed, bijgestuurd of mogelijk gemaakt. Alhoewel het geen uitputtende opsomming is, omvatten deze acht categorieën de belangrijkste domeinen van KEM’s voor het realiseren van de missies. Dit zijn de acht categorieën die in de vervolghoofdstukken worden uitgewerkt:

Visie en verbeelding (Hoofdstuk 2) Voor iedere missie is het nodig dat we weten waarnaar we op weg zijn. Soms ligt dat doel voor de hand, maar vaker is het nodig om dat doel te ontwerpen, een inspirerend toekomstbeeld zichtbaar en tastbaar te maken door gebruik van verbeeldingskracht, en daarmee richting te geven aan de verandering. KEM’s in deze categorie helpen de huidige wereld in kaart te brengen, nieuwe werelden te verbeelden en fenomenen en problemen anders te bezien.

Participatie en co-creatie (Hoofdstuk 3) Bij missies zijn veel spelers met uiteenlopende belangen betrokken. Van burgers en bedrijven tot overheden en domeinexperts. Deze wil je betrekken in het proces, voor de kennis en ervaring die ze inbrengen, om ze in staat te stellen initiatief te nemen en voor het realiseren van betrokkenheid en draagvlak. KEM’s in deze categorie helpen om belanghebbenden te betrekken, om het proces systematisch te doorlopen, de context van vraagstukken te analyseren en begrijpen, en om nieuwe proposities te ontwikkelen.

Gedrag en empowerment (Hoofdstuk 4) Om een transitie te laten slagen is vaak een gedragsverandering gewenst. Bijvoorbeeld om minder vlees te eten of minder te vliegen. Daarnaast moeten mensen in staat gesteld worden om bewuste keuzes te maken en handelingsperspectief geboden worden om zelf de regie te nemen. KEM's in deze categorie helpen bij het ontwikkelen, testen en valideren van een interventie om het gedrag van mensen rechtstreeks (via motivatie) of indirect (via beïnvloeding) te veranderen.

Experimentele omgevingen (Hoofdstuk 5) Transities laten zich niet makkelijk sturen, en gerelateerde vraagstukken zijn vaak omgeven met onzekerheden en meerduidige informatie. In de beginstadia van het ontwikkelproces van innovaties is ruimte nodig om te experimenteren. Verder in het proces moet er ruimte zijn om de effecten van ontwikkelde interventies in nagebootste en/of levensechte contexten te testen en bij te sturen. KEM’s in deze categorie helpen bij het opzetten van deze experimentele omgevingen en bieden methoden van werken en experimenteren.

Waardecreatie en opschaling (Hoofdstuk 6) Actuele societal challenges vragen om effectieve interventies en opschaling van innovaties op relatief korte termijn. De snelheid waarmee transities gerealiseerd kunnen worden, gaat hand in hand met de mogelijkheid en snelheid om nieuwe waarde voor de samenleving te creëren. Daarbij spelen de (veranderende) verhoudingen in eigenaarschap en profijt een rol en komen vraagstukken rond sturing en governance in beeld. KEM's in deze categorie helpen om dit proces te structureren, en in vroege fase te valideren en testen.

Institutionele verandering (Hoofdstuk 7) Naast de wensen en mogelijkheden van burgers en belanghebbenden is ook de organisatie in en rondom de contexten van transitievraagstukken van cruciale invloed op de gewenste veranderingen. Institutionele verandering is een reactie op technische en maatschappelijke veranderingen en tegelijk kunnen deze veranderingen op hun beurt institutionele verandering teweegbrengen. KEM’s in deze categorie bieden inzicht in het gedrag van instituties en helpen om bij de veranderingen passende structuren en procedures te ontwikkelen.

Systeemverandering (Hoofdstuk 8) Transities vragen om een transformatie of kanteling van een bestaand systeem. Kenmerkend aan systemen is dat ze zich slecht laten definiëren en onvoorspelbaar zijn. Bovendien kennen systemen een veelheid aan elementen en (onderlinge) relaties en vormen daarmee een complexiteit die zich moeilijk laat beheersen of veranderen. Het ontwikkelen voor en aan systemen is daarmee een dynamisch vraagstuk. KEM’s in deze categorie helpen om systeemgericht en toekomstgericht te werk te gaan, en om debat en feedback te ontlokken.

Monitoring en effectmeting (Hoofdstuk 9) Vanwege de lange horizon en het onvoorspelbare karakter van (veranderingen aan) systemen is het voor transitievraagstukken bij uitstek relevant om effecten van interventies te monitoren en (tussentijds) te evalueren. Daarmee wordt kennis opgedaan over de mogelijke effecten van de manier waarop is ingegrepen, welke direct terug kan worden gevoerd in het proces, om zo iteratieve doorontwikkeling en bijsturing te ondersteunen. KEM’s in deze categorie helpen om effecten van interventies te meten en de impact op het systeem te monitoren.

De acht categorieën zijn conceptueel goed te onderscheiden. Toch hebben methoden in de ene categorie soms eigenschappen die verwant zijn aan methoden in een andere categorie en/of worden methoden uit verschillende categorieën vaak in combinatie toegepast. Zo zien we bijvoorbeeld dat sommige experimentele omgevingen bij uitstek geschikt zijn voor gebruikersparticipatie en/of co-creatie en kan een proces van systeemverandering niet zelden zonder een eerder opgestelde toekomstvisie. De meest voorkomende verbindingen tussen de acht categorieën worden in onderstaande figuur aangegeven. Deze verbindingen zeggen nog niets over de volgorde waarmee de methoden idealiter worden ingezet in een innovatieproces. Het karakter van een gekozen veranderingsproces of transitiestrategie vraagt om een specifieke volgordelijkheid wat betreft de inzet van deze KEM’s.

In de hoofdstukken 2 t/m 9 van deze agenda worden de acht KEM-categorieën uitvoerig beschreven. Naast een overzicht van de huidige (wetenschappelijke) stand van zaken in de ontwikkeling en toepassing van KEM’s gaat ieder hoofdstuk in op de belangrijkste thema’s en vragen die in toekomstig onderzoek aan de orde zouden moeten komen. Daarmee is deze agenda nadrukkelijk een onderzoeksagenda.

Last updated