4.3 Uitdagingen en onderzoeksvragen

Van missie naar gedragsverandering Om gedragsverandering tot stand te brengen ter ondersteuning van transities is essentieel om beter te bepalen welke ingrediënten noodzakelijk zijn voor publieke steun met betrekking tot de missies. Wat is er nodig om mensen te motiveren interventies te adopteren? Onderdeel hiervan kan ook zijn te bepalen wat de belangrijkste psychologische factoren zijn die mensen aanzetten tot maatschappelijke acties/citizen engagement. Aandacht voor de (on)zichtbaarheid van de problemen en legitimiteit van de status quo zijn belangrijke voorwaarden voor verandering.

Effectiviteit van methoden Hoewel we beschikken over veel theorieën, methoden en tools blijkt telkens weer dat gedragsverandering niet makkelijk is. Zie bijvoorbeeld Ludden en Hermsen (2020) voor een overzicht van typen interventies die zijn ingezet voor leefstijlverandering en een discussie waarom deze toch vaak niet effectief (genoeg) zijn. Naast dat gedragsverandering een complex proces is, ontbreekt er, mede door de grote variëteit aan methoden binnen deze categorie, kennis over wanneer welke methode/welke interventie het beste werkt en waarom. Om dit te onderzoeken zijn systematisch uitgevoerde studies nodig waarin effect van interventies op daadwerkelijk gedrag geëvalueerd wordt. Daarbij is belangrijk om ook het onderliggende proces (mechanisms of action) in beeld te krijgen. Ook hebben we nog relatief weinig kennis over hoe gedragsverandering op langere termijn stand kan houden.

Uiteindelijk zou meer kennis over wanneer welke methoden effectief zijn ook kunnen leiden tot een situatie waarin we standaard oplossingen en tools hebben voor minder complexe situaties rondom gedragsverandering. Een uitdaging hierbij is om KEM's te ontwikkelen/verfijnen die door veel mensen goed gebruikt kunnen worden bij het ontwikkelen van interventies en een solide wetenschappelijke basis hebben. Huidige KEM's zijn vaak nog te complex en maken de vertaling van theorie naar interventie niet helder (actionable) genoeg. Meer complexe situaties vragen wellicht om aanpak en oplossingen geleid door specialisten (gedragsveranderingsontwerpers) die binnen een netwerk van belanghebbenden aan deze vraagstukken kunnen werken.

Personalisatie van gedragsverandering/interventies Bij gedragsverandering op het niveau van het individu wordt steeds vaker gebruikgemaakt van de mogelijkheden die persoonlijke data bieden om een interventie te personaliseren. Kennis over wanneer en of personalisatie van interventies effectief is (die leidt tot duurzame gedragsverandering) ontbreekt nog grotendeels. Ook is nog weinig bekend over wat effectieve manieren zijn om te personaliseren, bijvoorbeeld hoe dit te koppelen is aan persoonskenmerken. Deze vragen zijn ook relevant bij interventies die zich niet puur richten op een individu maar op sociale structuren – bijvoorbeeld koppels en families/organisaties. Ook interessant is het ontwikkelen van adaptieve interventies die personaliseren op context (JITAI, Continuous Tuning Interventions).

Waar in het systeem? We hebben in de inleiding bij deze categorie besproken dat interventies op verschillende punten in een systeem ingezet kunnen worden (bij de burger vs bij de zorgverlener/leraar). Een belangrijke uitdaging is dat kennis over waar een verandering/interventie het beste ingezet kan worden ontbreekt. Hoe bepalen we op welk niveau een transitie ingezet moet worden om effectief te zijn en hoe grijpen de gedragingen van de verschillende stakeholders op elkaar in? Hoe voorkomen we dat gedrag van verschillende groepen een tegengesteld effect gaat hebben?

Daarbij is een tweede belangrijke vraag hoe combinaties van interventies die op verschillende niveaus ingezet worden te combineren zijn en welke effecten we dan kunnen verwachten. Kunnen we interventies in de omgeving combineren met interventies op het niveau van het individu en maakt dat de interventies effectiever of transities waarschijnlijker? Bijvoorbeeld: mijn app maakt ook gebruik van locatie-specifieke data en vertelt me op het station waar ik iets gezonds te eten kan vinden. Kennis en methoden over hoe we dit type combinatie-interventies kunnen ontwikkelen ontbreken.

Met betrekking tot grassroots initiatives missen we kennis over hoe veranderingen kunnen groeien die lokaal verwezenlijkt zijn. Hoe geven we de stap van lokale initiatieven tot daadwerkelijke verandering van het systeem vorm? Groeien lokale initiatieven van regionaal naar nationaal tot globaal? Waar ondervinden we hierbij barrières?

Morele vragen bij gedragsverandering De huidige KEM's bieden weinig houvast wat betreft het morele aspect van gedragsverandering. Zeker in een tijd waarin de rol van big data ook in gedragsveranderingsinterventies steeds groter wordt, is het belangrijk hier aandacht voor te hebben. Moet er data over gedrag verzameld worden? Zo ja, welke data en voor wie moet die data beschikbaar zijn? De Product Impact Tool kan een startpunt zijn voor ethische reflectie en is een voorbeeld van een KEM die onderzoek naar de impact van technologie op mens, maatschappij en milieu ondersteunt (zie: www.productimpacttool.org en Dorresteijn et al., 2014). Er is behoefte aan verdere ontwikkeling van tools die ontwerpers in staat stellen de mogelijke impact van een interventie op mens en maatschappij vast te stellen vóór grootschalige implementatie. Vanuit de filosofie bieden Value sensitive design methoden een goed uitgangspunt. Maar ook hier ontbreekt een heldere vertaling van theorie naar ontwikkeling van een interventie.

Last updated